Het mooiste kunstwerk dat ik zag was de voorstelling ‘Forever, happily…’ van Collectif Malunés. Zeven acrobaten in een circuspiste spelen het sprookje van Sneeuwwitje in een ontregelende versie. De groep maakt korte metten met de heteroseksuele sprookjeswereld en het verhaal van arme prinsessen die gered worden door een koningszoon. Er is een Roodkapje (met haren op de benen en een sigaret in haar mond) die de wolf aan zijn oren mee sleept om oma te beroven. Er zijn maar liefst acht grootmoeders, de prins krijgt een draai om zijn oren en er wordt zeer zeker niet getrouwd. Een megastoere voorstelling met zigeunermuziek, gespierde taal en lijven.
De huisaltaartjes waaraan ik werk zitten ook vol sprookjes en oude symboliek. Een persoonlijke expeditie naar vrouw-zijn, moeder-zijn, zingeving. Meisjes uit mijn generatie zijn opgevoed op een kantelpunt in de emancipatie. We moesten lief, mooi en slim zijn, op onze toekomst voorbereid en het beter doen dan onze ouders. Alles was mogelijk; een lang en gelukkig leven voor wie hard genoeg werkte.
Maar misschien is het leven wel helemaal niet maakbaar. Kun je focussen en wilskracht inzetten wat je wil maar ligt de wereld toch niet aan iedereens voeten. Misschien is dat ook wel beter zo. Kunnen we daarmee ophouden, personal goals en al dat gedoe (sorry coaches). Stel dat er dan meer ruimte in de harten van mensen komt om je druk te maken om een ander. Om de ander eindelijk te zien.
Want daarin slaagde dit gezelschap glorieus:
Aan het slot van de voorstelling, na een staande ovatie, vraagt één van de makers het woord. Iemand uit het publiek mag twee spelers aanwijzen. De vrijwilliger kiest twee mannen, de mannen lopen naar elkaar toe en geven elkaar een liefdevolle kus.
Daarna lopen ze naar de andere spelers en geven die ook allemaal een kus. Waarop alle spelers het muisstille publiek in lopen, over tribunes en bankjes klimmen om in alle hoeken van de tent mensen te kussen. In stilte. Niemand zegt een woord. Het is hier en daar ongemakkelijk, maar die reusachtige estafettekus zet uiteindelijk de tent in vuur en vlam. Sommige mensen beginnen spontaan te huilen, vreemden kijken elkaar lachend aan terwijl ze naar buiten lopen en het is het publiek …
Dat nog lang en gelukkig leefde!